Winnaars Cultuurfonds Vertaalprijs Martinus Nijhoff
Het Cultuurfonds reikt jaarlijks de Cultuurfonds Vertaalprijs Martinus Nijhoff uit. De Vertaalprijs is de belangrijkste Nederlandse onderscheiding voor vertalers. De prijs is ingesteld ter nagedachtenis aan de dichter en vertaler Nijhoff, lid van het bestuur van het Cultuurfonds en werd voor het eerst uitgereikt in 1955.
2010-2022
- 2022: Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden ontvangen de Martinus Nijhoff Vertaalprijs voor hun vertalingen uit het Turks.
- 2021: Rokus Hofstede ontvangt de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 voor zijn vertalingen uit het Frans.
- 2020: Jacques Westerhoven voor zijn vele vertalingen uit het Japans, waaronder werk van Murakami en Gomikawa. Irina Michajlova krijgt de prijs voor haar vertaaloeuvre van Nederlandse werken naar het Russisch, van onder anderen Hermans en Biesheuvel.
- 2019: Jan Willem Bos voor zijn vertalingen van Roemeense literatuur, in het Nederlands in het bijzonder de werken van Mircea Cărtărescu.
- 2018: Jeanne Holierhoek voor haar vertalingen van Franse literatuur in het Nederlands.
- 2017: Karol Lesman voor zijn vertalingen van Poolse literatuur in het Nederlands.
- 2016: Babet Mossel voor haar vertalingen van Engelse literatuur in het Nederlands.
- 2015: Christiane Kuby voor haar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Duits en Hans Boland voor zijn vertalingen van Russische literatuur in het Nederlands.
- 2014: Hilde Pach voor haar vertalingen van Israëlische literatuur in het Nederlands.
- 2013: Reina Dokter voor haar vertalingen van Servo-Kroatische literatuur in het Nederlands.
- 2012: Frans Denissen voor zijn vertalingen van Italiaanse literatuur in het Nederlands.
- 2011: Piet Schrijvers voor zijn vertalingen van Latijnse literatuur in het Nederlands.
- 2010: Riet de Jong-Goossens voor haar vertalingen van Afrikaanse literatuur in het Nederlands.
2000-2009
- 2009: Marja Wiebes voor haar vertalingen van Russische literatuur in het Nederlands.
- 2008: Birthe Lundsgaard voor haar vertalingen van Nederlandse en Vlaamse literatuur in het Deens.
- 2007: Ria van Hengel voor haar vertalingen van Duitse literatuur in het Nederlands.
- 2006: Arthur Langeveld voor zijn vertalingen van Russische literatuur in het Nederlands.
- 2005: Rolf Erdorf voor zijn vertalingen van Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur in het Duits; Annelies Jorna voor haar vertalingen van Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur uit het Engels.
- 2004: Waltraud Hüsmert voor haar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Duits.
- 2003: Tineke van Dijk voor haar vertalingen van Italiaanse literatuur in het Nederlands, o.a. werk van Bassani, Pirandello.
- 2002: Herbert de Roy van Zuydewijn voor zijn vertalingen van Shakespeare en Homerus in het Nederlands.
- 2001: Judith Gera voor haar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Hongaars.
- 2000: Bertie van der Meij voor haar vertalingen van moderne Zweedse literatuur in het Nederlands
1990-1999
- 1999 Therèse Cornips voor haar vertalingen van Franse literatuur in het Nederlands, in het bijzonder werk van Proust.
- 1998: Anne-Marie de Both-Diez voor haar vertalingen van Nederlandse literatuur in het Frans, in het bijzonder werk van Hella S. Haasse, F. Springer, Cees Nooteboom en Annie M.G. Schmidt.
- 1997: Gerard Rasch voor zijn vertalingen van Russische, Deense en Poolse literatuur, in het bijzonder de verzamelde werken van Bruno Schulz.
- 1996: Paul Claes voor zijn vertalingen van literatuur uit verschillende talen in het Nederlands, in het bijzonder poëzie van onder anderen Catullus, Von Platen, Sappho, Mallarmé en Rimbaud.
- 1995: Jerzy Koch voor zijn vertalingen van Nederlandstalige literatuur in het Pools, in het bijzonder Multatuli’s ‘Max Havelaar’.
- 1994: Henry Kammer voor zijn vertalingen van Hongaarse literatuur, in het bijzonder ‘Het boek der Herinneringen’ van Péter Nádas.
- 1993: René Kurpershoek voor zijn vertalingen van Engelstalige literatuur, in het bijzonder ‘Ada’ van Nabokov.
- 1992: W.L. Idema voor zijn vertalingen van klassieke Chinese poëzie, waaronder de bundel ‘Spiegel van de klassieke Chinese poëzie; van het Boek der Oden tot de Qingdynastie’; Helga van Beuningen-Blum voor haar vertalingen van moderne Nederlandse literatuur in het Duits, waaronder werk van Cees Nooteboom en F. Springer.
- 1991: Gerard Koolschijn voor zijn vertalingen van klassieke Griekse literatuur, waaronder teksten van Plato en Herodotus; Per Holmer voor zijn vertalingen van moderne Nederlandse literatuur in het Zweeds.
- 1990: Frans van Dooren – vertalingen van Italiaanse literatuur, waaronder ‘La Divina Commedia’ van Dante; Béla Szondi voor zijn vertalingen in het Hongaars van Nederlandstalige literatuur, onder anderen van Louis Paul Boon.
1980-1989
- 1989: Ad den Besten voor zijn vertaling van het werk van Hölderlin.
- 1988: Alain van Crugten voor zijn vertaling in het Frans van ‘Het verdriet van België’ van Hugo Claus; Frans van Woerden voor zijn vertaling van de werken van Céline.
- 1987: Kees Mercks voor zijn vertalingen van moderne Tsjechische literatuur (Vaculík, Grusa, Skvorecky en Havel).
- 1986: Marietje d’HaneScheltema voor haar vertaling van de ‘Satiren’ van Juvenalis; Jenny Tuin voor haar vertalingen van Franse en Italiaanse literatuur, onder anderen Yourcenar en Svevo.
- 1985: Henriëtta ten Harmsel voor haar vertalingen in het Engels van Nederlandse literatuur van de 17e eeuw tot heden (Jeremias de Decker, Revius, Hooft, Annie M.G. Schmidt); Cornelis Ouwehand voor zijn vertalingen van moderne Japanse literatuur.
- 1984: Peter Kaaij voor zijn vertalingen van Duitse literatuur, in het bijzonder ‘De Bot’ van Günter Grass; Rosemarie Still voor haar vertalingen van Nederlands proza en Nederlandse poëzie in het Duits.
- 1983: August Willemsen voor zijn vertalingen van Portugese en Braziliaanse literatuur, poëzie en proza van onder anderen Drummond de Andrade, Bandeira en Guimaraes Rosa; Andrzej Wojtasvoor zijn vertalingen in het Pools van werk van onder anderen Marnix Gijsen, Louis Paul Boon en Hugo Raes.
- 1982: Sjaak Commandeur en Rien Verhoef voor hun gezamenlijke vertalingen van Engelse literatuur.
- 1981: Erika Dedinszky voor haar vertalingen van Hongaarse poëzie; Tom Eekman voor zijn vertalingen van Russische literatuur; Philip Noble voor zijn vertaling van ‘Het Land van Herkomst’ van Du Perron in het Frans.
- 1980: Janko Moder voor zijn vertalingen van Nederlandstalige literatuur in het Sloveens; Hans van Pinxteren voor zijn vertalingen uit het Frans, in het bijzonder ‘Salammbô’ van Flaubert
1970-1979
- 1979: Ingrid Wikén Bonde voor haar vertalingen in het Zweeds, in het bijzonder ‘Kapellekensbaan’ van LouisPaul Boon; Robert Lemm voor zijn vertalingen van Zuidamerikaanse literatuur, in het bijzonder ‘Barokconcert’ van Alejo Carpentier; Karel van het Reve voor zijn vertalingen van Russische literatuur, in het bijzonder werken van Toergenjev.
- 1978: Júlia Májeková voor haar vertalingen in het Slowaaks van werk van Multatuli, Coolen, Den Doolaard, Couperus, Vestdijk, Diekmann, Mulisch en Wolkers.
- 1976: H.R. Radian voor zijn vertalingen in het Roemeens, onder meer van werk van Heeresma, Heijermans, Huizinga, Mens, Multatuli en Vestdijk.
- 1975: Barber van de Pol voor haar vertalingen van Zuidamerikaanse literatuur, in het bijzonder ‘Rayuela’ van J. Cortázar.
- 1974: Adrienne Dixon voor haar vertalingen in het Engels, in het bijzonder ‘Het Stenen Bruidsbed’ van Harry Mulisch; C.A.G. van den Broek voor zijn vertalingen van Spaanse literatuur, in het bijzonder ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van G. García Márquez.
- 1973: H.B. Jassin voor zijn vertalingen in het Indonesisch van Nederlandse literatuur, in het bijzonder Multatuli’s ‘Max Havelaar’; Peter Verstegen voor zijn vertalingen van Franse en Engelse literatuur, in het bijzonder ‘Pale Fire’ van Nabokov.
- 1972: E. Kummer voor zijn vertalingen van het werk van Céline, in het bijzonder diens ‘Voyage au bout de la Nuit’.
- 1971: Else Hoog voor haar vertalingen van werk van onder anderen Pierce, Edna O’Brien, Flannery O’Connor, Garnett, Edmund Wilson, Nabokov, Roth, Bellow, Updike en Vonnegut; L. Roelands voor zijn vertalingen in het Frans van onder anderen Vestdijk, Van Moerkerken, Helman, Mulisch, A.M. de Jong en Willem van Iependaal, in het bijzonder Multatuli’s ‘Max Havelaar’.
- 1970: John Vandenbergh voor zijn vertalingen van werk van onder anderen Henry Miller, Patchen, Faulkner, Kerouac, Hemingway, in het bijzonder ‘Ulysses’ van James Joyce.
1960-1969
- 1969: Olga Krijtová voor haar vertalingen in het Tsjechisch van werk van onder anderen Van Schendel, Teirlinck, Theun de Vries, Fabricius, Presser, Willem van Maanen, Wolkers en Claus; Marko Fondse voor zijn vertalingen van proza en poëzie van schrijvers als Gogol, Tolstoj, Dostojevski, Majakovski, Koeznetzov, Terts en Boelgakov.
- 1968: Ida G.M. Gerhardt voor haar vertalingen uit het Latijn, zeer in het bijzonder Vergilius’ ‘Georgica’, en mede in verband met een proeve van een psalmvertaling uit het Hebreeuws; Felipe M. Lorda Alaiz voor zijn vertalingen in het Spaans van toneelstukken van Defresne, Herzberg, Mulisch, Hoornik, Max Croiset, Teirlinck, Claus, in het bijzonder voor het werk ‘Teatro neerlandes de la Edad Media’ (‘Lanseloet’, ‘Mariken van Nieumeghen’ en ‘Elckerlijc’).
- 1967: Alexander Brotherton voor zijn vertalingen in het Engels van werk van onder anderen Vestdijk, Bordewijk, Helman, Alberts, Walschap, Elsschot; Gerrit Kouwenaar voor zijn vertalingen uit het Frans, Duits en Engels van klassiek en modern letterkundig werk, proza, poëzie, en in het bijzonder van toneelstukken van onder anderen Brecht, Dürrenmatt, Hochhuth en Sartre.
- 1966: J. Hemelrijk Sr. voor zijn vertaling van de komedies van Plautus; James Brockway voor zijn vertalingen in het Engels en voor zijn belangrijke bijdrage voor de kennis van de Nederlandse letterkunde in het Engelse taalgebied.
- 1965: Ludwig Kunz voor zijn vertalingen van hedendaagse Nederlandse poëzie in het Duits; Ernst R. van Altena voor zijn vertaling van het oeuvre van François Villon.
- 1964: Giacomo Prampolini voor zijn vertalingen van bloemlezingen van Noord en Zuidnederlandse alsmede Friese werken van proza en poëzie en van romans van Arthur van Schendel in het Italiaans, en in het bijzonder voor zijn belangrijke bijdrage voor de kennis van de Nederlandse letterkunde in vertaling en beschouwing in zijn omvangrijke, zowel in het Italiaans als in het Spaans verschenen ‘Wereldgeschiedenis der Letteren’; Christiaan N. Lijsen voor zijn vertalingen van klassiek en modern Frans proza van onder anderen Diderot, Stendhal, de Lautréamont, Camus, Sartre en Robbe Grillet.
- 1963: Johannes Piron voor zijn vertalingen van werk van onder anderen Carmiggelt, Bordewijk, Hermans, Mulisch en Vestdijk in het Duits; Charles B. Timmer voor zijn gehele vertaaloeuvre van negentiende eeuwse Russische schrijvers (Dostojevski, Tsjechov, Gogol en Toergenjev).
- 1962: E. Roy Edwards voor zijn vertalingen in het Engels van Nederlands proza, in het bijzonder Nijhoffs ‘Op Papier’; Adriaan Morriën voor zijn vertalingen van belangrijke klassieke en moderne werken van proza en poëzie uit het Frans.
- 1961: Gerda van Woudenberg voor haar Italiaanse bloemlezing ‘Poesia olandese contemporanea’; Evert Straat voor zijn vertaling van Shakespeare’s ‘Love’s Labour’s Lost’ en Euripides’ treurspelen ‘Heracles’ en ‘Iphigeneia in Aulis’.
- 1960: Francisco Carrasquer voor zijn Spaanse bloemlezing ‘Antologia de poetas holandeses contemporáneos’.
1955-1959
- 1959: Bert Voeten voor zijn gehele vertaaloeuvre uit het Frans en het Engels; Max Schuchart voor zijn vertalingen van Engelse literatuur, in het bijzonder ‘The Lord of the Rings’ van J.J.R. Tolkien.
- 1958: Dolf Verspoor voor zijn vertalingen uit het Portugees, Spaans en Italiaans en in het bijzonder vertalingen in het Frans van poëzie van Roland Holst, Slauerhoff, Marsman, Nijhoff, Vasalis, Achterberg en Vestdijk.
- 1957: H.W.J.M. Keuls voor zijn vertalingen van Dante’s ‘Vita Nuova’ en van poëzie van Jules Supervielle (Frans).
- 1956: James S. Holmes voor zijn vertalingen van klassieke en moderne Nederlandse dichtkunst in het Engels.
- 1955: Aleida G. Schot voor haar vertalingen van Poesjkin, Toergenjev, Lermontov, Gogol, Tsjechov e.a.; Bertus van Lier voor zijn vertaling van ‘Antigone’ van Sofokles.